vrijdag 21 januari 2011

Filosofische verhandelingen 14 januari 2010

Het waarom van dingen
Dingen hebben blijkbaar een waarom. Als ik iets doe, en jij ziet dat, dan bedenk je wat ik aan het doen ben. En als het niet logisch is wat ik aan het doen ben, dan ga je je verbazen. Je gaat nadenken over de reden. Bijvoorbeeld, ik pak een emmer vol water en ik leeg de emmer over mijn hoofd. En hup, hup, hup, de hypotheses springen in je hoofd. Wat er bij mij gebeurt:
Zou hij het warm hebben?
Is hij gek? (zwakzinnig of zo)
Is dit kunst?
Is hij in aanraking gekomen met giftige of bijtende stoffen?
Heeft hij aandacht nodig?
Herkent u dit? Als we niet begrijpen wat iemand doet, dan speurt ons brein meteen naar mogelijke verklaringen voor wat het ziet. Natuurlijk hebben we dit ook weer tot een stroming / wetenschap verheven: de teleologie.

Teleologie
Teleologie bestudeert het waarom van de dingen. Het waarom van de dingen is een compleet ander vertrekpunt dan de ontologie. Ontologie denkt na over wat bestaat. Ontologie wil weten wat waar is. Ze gaat daar heel ver in want ze wil ook weten waarom we denken dat dat waar is (hoewel, dat is epistemologie). In ieder geval wil ontologie weten wat is en ook vaststellen of het al dan niet misschien ‘niet is’ of ‘anders is’.

Ontologie
De ontologische vraag leverde nogal wat problemen op. Het is erg moeilijk om zeker te weten dat iets van zichzelf is. Er is hoe dan ook sprake van iemand die heeft vastgesteld dat iets is. Het nadenken over of iets is, kan gewoon niet los gezien worden van dat er dan ook iemand moet zijn die heeft bedacht dat het is. En dan kom je op de beroemde statement van Descartes: je pense donc je suis (cogito ergo sum) ofwel ik denk dus ik ben. Nou zat Descartes daar natuurlijk wel een beetje mis want hoe kan iemand nu van zichzelf vaststellen dat hij is. Dan zou hij namelijk de ‘vaststeller’ en het object tegelijkertijd moeten zijn. Een auto weet ook niet dat hij een auto is. Het is een mens die vaststelt dat dit een auto is. Maar goed, dit is niet zo interessant.

Pragmatisme
Daaruit voort kwam het pragmatisme. Het pragmatisme stelt dat alles wat is, is dat altijd voor iemand. De realiteit kon volgens het pragmatisme niet losgezien worden van degene die de realiteit vaststelt. (opzoeken: waarom heet het pragmatisme? Wat is er zo praktisch aan?). Daarmee werd een belangrijk deel van de ontologische problematiek opgelost: volgens het pragmatisme is het verder niet belangrijk of iets van zichzelf ook is, het is alleen belangrijk vast te stellen dat iets is voor iemand.

Natuurlijk zijn ook het subjectivisme en het constructivisme en zelfs het activisme stromingen die hier uit voort komen. Maar als ik me niet vergis, komt ook de teleologie hieruit voort.

Teleologie
Teleologie is een interessante wetenschap. Haar vertrekpunt is dat van het pragmatisme: iets is voor iemand. Teleologie oinderzoekt het waarom van iets. Wat vindt iemand dat de reden van bestaan is van iets? Of nog korter: waarom is het?

Activity Theory
Precies dat is ook hetgeen wat Activity Theory bestudeert. Dan verwacht ik een helle vette handshake met Activity Theory. Maar Activity Theory neemt misschien al iets teveel stelling: mensen leren van het bestaan van dingen omdat de dingen een rol spelen in het welzijn van iemand. Dingen spelen een rol in de behoeften en dreigingen. Activity Theory maakt van dingen iets intentioneels: het is wat ik er mee kan of wat het met mij kan doen. Is dat zo, zit er licht tussen het waarom van iets en de intentie van iets?

The Tree of Knowledge
Dat wordt verder onderbouwd met de stellingen uit “The Tree of  Knowledge”. Je weet niet wat je niet ziet. Ofwel, je weet niet wat is, je weet alleen wat je ziet. Het blijkt bijna iedere dag weer dat er heel veel dingen zijn die je niet zag maar nu wel kunt zien. Je mag daaarom vrijelijk veronderstellen dat er nu nog veel meer dingen zijn die je nu ook nog niet ziet maar die wel zijn.

En dat loopt weer mooi over in “alles wat je ziet, heb je leren te zien” (ook uit “The Tree of Knowledge”). Hetgeen ook de benadering is van Activity Theory.

Wanneer leer je?
Gebeurt dat leren van iets altijd vanuit een behoefte dan wel een dreiging?

Volgens mij kan ik wel stellen dat: "het leren gebeurt vanuit een vraag."
Er wordt niet geleerd als er geen vraag is. Een vraag is noodzakelijk voor leren. En dat is ook een beetje per definitie zo: het geleerde is altijd het antwoord op een vraag. We testen iemand zijn kennis ook altijd door middel van vragen en opdrachten. We stellen vast dat iemand het weet (beheerst) als het juiste antwoord wordt gegeven of de persoon het resultaat (op de juiste manier) heeft bereikt.

Superinteressant dit. Gebeurt leren alleen als er een vraag is? Of andersom, is er geen leren als er geen vraag is? Stel, een autopoietisch system (AS) komt een situatie tegen. Hij doet iets in die situatie. Hij registreert het gevolg. Hij veronderstelt (wat is dat?) dat dit gevolg komt door wat hij deed. Hij legt een verband tussen het gevolg en wat hij deed. Dat gevolg is al dan niet belonend. Dat (veralgemeniseerd) slaat hij op voor een volgende keer. Je ziet dat er nogal wat dingen geregistreerd moeten worden: de situatie, wat hij doet, het gevolg en hoe dat zich verhoudt tot zijn behoeften. Zonder dat registreren, vindt het leren niet plaats. Dus als hij niet beseft dat hij in een situatie is of niet beseft wat hij doet of niet vaststelt wat het gevolg is of niet bepaalt of dat al dan niet prettig (belonend) is, dan wordt er niet geleerd?

Wat is dat precies: dat je iets merkt, dat je iets bewust bent? Heel veel dingen gebeuren zonder dat je het merkt. Je bent onbewust. Maar dat is een beschrijving en geen verklaring. Het is ook nog eens beschrijving van hoe we dat van binnenuit ervaren (introspectie). Maar je kunt niet echt aanwijzen "hij is zich niet bewust want..." (bijv. "zijn zintuigen registreren het niet"). The Tree of Knowledge zegt: alles wat je bewust bent, heb je geleerd om er bewust van te zijn.

Misschien kennen we de term "bewust" wel omdat het betekent "niet onbewust". Dat gedrag kennen we namelijk. Er gebeurt iets of er is een bepaald verband maar de persoon in kwestie merkt het niet. Hij is zich niet bewust. Het gebeuren wordt niet opgemerkt, het verband wordt niet gelegd omdat de persoon zich niet bewust is. Bewustzijn is een voorwaarde voor leren.

Maar het vertekpunt, kan ik bewustzijn bestempelen als het hebben van een vraag? Bemerk je iets niet als je het niet afvraagt? Het richten van de aandacht, het letten op iets, is dat behalve jezelf openstellen (wat is dat dan weer, hoe zet je je zintuigen open?), ook een soort vragen? Is bewustzijn hetzelfde als vragen? Is bewustzijn een soort kijken naar wat anders is dan dat je al weet, dan dat je al kent? Is bewustzijn een soort vergelijken tussen wat je weet en kent met wat je ziet? Is bewustzijn inderdaad een soort vragen? Wat gebeurt hier? Kan ik dit verklaren of zie ik iets dat ik nog niet (helemaal) begrijp?

Mag ik een vraag gelijkstellen met een behoefte dan wel een dreiging?
Ik denk dat alle behoeften dan wel ‘schade’ een vorm van onbalans is die autopoietische systemen bemerken. Door deze onbalans worden deze systemen actief. Ze proberen dingen die in soortgelijke situaties al eens gewerkt hebben.

Soortgelijk
Ha, interessant, hoe stelt een systeem vast dat een situatie soortgelijk is? Mensen onderscheiden relevante van niet-relevante eigenschappen. Tijdens het leren zie je ook dat wat eerst relevant leek, achteraf niet relevant blijkt en andersom. Het ontdekken van relevante eigenschappen gaat over het leren van de toepasbaarheid. Wanneer gaat welke oplossingsmethodiek het verlangde resultaat geven?

Dat soortgelijk (beter bekend als veralgemeniseren, abstraheren, wendbaar maken) moet een systeem in nogal wat richtingen toepassen:
- Een soortgelijke behoefte of schade, iedere behoefte is wel weer anders maar lijkt op andere behoeften. Erkennen dat het om ongeveer dezelfde behoefte gaat.
- Een soortgelijke situatie waarin de oplossing toegepast kan worden
- Een soortgelijke oplossing. Een oplossing staat variaties toe. Maar niet alle

Dus 2 soorten leren. Het leren dat een oplossing werkt. Het leren in welke situaties een oplossing gaat werken. Dat laatste mag ik misschien vertalen met: leren waarom een oplossing werkt?

Als een mens helemaal geen houvast heeft, wordt het trial and error: wat als ik nu eens dit doe?

Vraag = onbalans?
Is een vraag ook een soort onballans, vergelijkbaar met behoefte dan wel schade?
Antwoord staat misschien in The Knowledge Tree.

Activity Theory benadrukt (natuurlijk) sterk dat dit leren op een actieve manier gebeurt. Het individu ontdekt zijn wereld door iets te doen. Die wereld nestelt zich niet vanuit zichzelf in iemands hoofd. Daar moet iemand iets voor doen. Pas wanneer hij merkt wat voor een consequenties dingen hebben, wordt er iets geleerd over die wereld. Dus wat wij weten over de wereld is eigenlijk het weten over de consequenties die dingen hebben, zelfs de consequenties die dingen hebben op elkaar maar altijd uiteindelijk ook voor ons.

Maar goed, het pragmatisme onderzoekt het waarom van de dingen en neemt daarbij dus degene die het waarom bepaalt, mee in haar vraagstelling. Daarom een interessante wetenschap. Eens kijken tot welke conclusies ze komt en vooral over hoe ze denkt het waarom van de dingen te kunnen vaststellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten