zondag 9 februari 2014

Verbinding... (9 februari 2014)

Nog iets waar ik wat mee moet. En dit hoort helemaal bij de zondag: jezelf verbazen over leven, liefde en verbinding. Wat zijn deze concepten toch? Als geblindeerde wijzen, ervaren we de concepten. Ik heb alleen het gevoel dat we er zo weinig van begrijpen. Onze kennis van structuur (de fysieke werkelijkheid om ons heen) is groot. Van leven, liefde en verbinding begrijpen we weinig. Hier mijn zoveelste poging om dit te begrijpen.

Dit stuk zal waarschijnlijk een religieus tintje krijgen. Niet dat ik zo geïnteresseerd ben in een god maar hoe kun je het over leven, liefde en verbinding hebben, zonder daarbij het mystieke te raken? Daar waar het meetbare niet langer meer toereikt en we ons moeten bedienen van introspectie, overtuigingen en een gevoel van 'beter begrijpen'. En daarin komt godsdienst overeen met de wetenschap: het doel om de waarheid te achterhalen. In de tijd van de monniken was het veel meer normaal om godsdienst en wetenschap te combineren tot één. Sinds de empirische wetenschap is er een terechte allergie ontstaan ten aanzien van dit soort methoden van onderzoek (introspectie, overtuiging en 'goed voelen'). Empirische wetenschap is echter van haar voetstuk gevallen. Empirische wetenschap blijkt meer beperkt dan dat we dachten in de dagen van Einstein en de man op de maan. Vooral op het gebied van leven, liefde en verbinding hebben we nieuwe methoden van onderzoek nodig. Deze kentering werd al ingezet met de menswetenschappen waar veldonderzoek, kwalitatief onderzoek en participerend onderzoek na enige tijd werden erkend als volwaardig naast double blind laboratorium experimenten.




Structuur en bruikbaarheid (9 februari 2014)

Mijn verhaal tot nu toe was dat in gegevens (data) veel impliciete informatie zit in verband met de intentie van de maker van de gegevens:

In verband met het verwachte gebruik van het gegeven, neemt de gebruiker beslissingen over de juiste waarde van het gegeven.

Bij het hergebruik van dat gegeven maken we er gebruik van dat we voor een andere context meestal tot dezelfde conclusie (de waarde) waren gekomen als de context waarin het gegeven is gemaakt. Dat hergebruik gaat dus meestal goed maar we moeten er op voorbereid zijn dat vanwege de intentie, de conclusie (de waarde) soms kan verschillen tussen de context waarin een gegeven wordt gemaakt ten opzichte van de context waarin het gegeven wordt hergebruikt.

Waar ik nog wat mee moet is dat gegevens ook weer een nieuwe realiteit vormen. Onze realiteit bestaat niet alleen uit de brute werkelijkheid maar ook onze registratie van die brute werkelijkheid. Dat doet me denken aan de filosoof Peter-Paul Verbeek: "de grens van de mens". Hij stelt dat door dingen te maken, de mens zichzelf opnieuw uitvindt. De dingen die de mens bedenkt en maakt, veranderen onszelf. We worden geconfronteerd met nieuwe mogelijkheden maar ook nieuwe keuzes, soms ethische dilemma's die we niet hadden voordat we die dingen hadden gemaakt. Juist door onze reactie op de dingen die we zelf hebben bedacht en gemaakt, laten we zien wie we zijn, hoe we zijn, wat we zijn. Een prachtige bijdrage vanuit de filosofie (waarvoor dank).

En dat zie ik veel terug. Ineens gaan dingen 'een eigen leven leiden', ze vormen een nieuwe realiteit. Zo wordt een verband gelegd tussen het salaris van een CEO en de winst die er gemaakt wordt. Ineens is een pagina op Facebook evenveel waard als 100 pakken suiker. Ineens kan ons huis overwaarde bevatten waar we weer allerlei dingen voor kunnen kopen. De dingen die we concluderen over de werkelijkheid, worden een nieuwe realiteit, een realiteit van waaruit we nieuwe handelingen ondernemen die we zonder die conclusies (gegevens) nooit zouden hebben gemaakt.

Dat dit fenomeen bestaat, zien we terug als 'zeepbellen worden doorgeprikt'. Ineens blijkt een internet startup niet zoveel waard als dat we hadden gedacht. Ineens zijn de oliereserves van Shell niet zo groot als dat we hadden gedacht. Ineens blijkt ons huis toch niet zoveel overwaarde te bevatten.

Het lijkt veilig te veronderstellen dat er nog veel meer zeepbellen zijn die nu nog niet doorgeprikt zijn. Het is ons mensen echter niet gegeven om de zeepbellen te zien. Immers, ook de zeepbel zelf is ons eigen bedenksel. Niet alleen reclame (marketing) bestaat uit het maken van nieuwe werkelijkheden in ons hoofd maar ook mijn eigen carrière heeft altijd voor een belangrijk gedeelte bestaan uit geld dat ik krijg omdat mensen overtuigd zijn van bepaalde denkbeelden (mogelijkheden van informatietechnologie in mijn geval). Onze denkbeelden zijn realiteit waardoor we dingen doen die we zonder die denkbeelden niet hadden gedaan. Denkbeelden en realiteit lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. We weten niet waar onze denkbeelden ophouden en waar die brute werkelijkheid begint. Het is één, we zien alleen dat wat we denken dat we zien. We weten alleen dat wat we denken, daarbuiten bestaat niets. Geen extra check die ons vertelt dat onze denkbeelden terecht zijn. Natuurlijk is er empirisch onderzoek maar ook dat wordt gedreven door onze denkbeelden. Ik word blij van toezichthouders die uit alle macht proberen om onszelf een spiegel voor te houden waarbij een aantal (niet alle!) van onze denkbeelden ter discussie worden gesteld.

Met de introductie van Linked Data is er een nieuwe werkelijkheid ontstaan, de werkelijkheid van de ander. Anderen bestaan, ze hebben hun eigen belangen, denkbeelden en principes. Door Linked Data gaat de ander bestaan. Bij het maken van een gegeven, denken we niet langer aan onze eigen wereld, onze eigen intenties maar ook aan de wereld van de ander. En hier wordt wederom aangetoond wat Peter-Paul ons reeds uitlegde. Met de nieuwe mogelijkheden (het aan elkaar kunnen linken van gegevens) laten we zien wat we zijn: mensen die zich verbonden voelen met elkaar. Die verbinding zou met Linked Data wel eens een knal-effect kunnen gaan geven. Door niet langer na te denken aan onze eigen belangen maar ook aan die van de ander, maken we een wereld (denkbeelden) waarin de ander een rol speelt in wat we concluderen. De 'sociale mens' kan helemaal los, de bedriegende mens wordt keihard ontmaskerd. Met Linked Data ontstaat een wereld waarin we betrokken zijn met elkaar. Waarin we de Groningers willen helpen om zich niet te laten belazeren door de politiek. Waarin we schuldhulpverlening willen gaan ondersteunen door in een vroeg stadium mogelijke problemen te voorkomen.

Dit verhaal zegt wat over mij, de sociale kant in mij, die gelooft in een wereld waarin we goed aan onszelf moeten denken maar waarin het geluk en welbevinden van de ander een grote rol speelt. En zo is ook dit verhaal geschreven. Het is niet alleen een nieuwe realiteit die we maken met Linked Data, het is ook Marcel die zo denkt en leeft.

dinsdag 31 december 2013

Semantische verwarring (31 december 2013)

Mij is gevraagd om gevallen te beschrijven waarin er een semantische verwarring is ontstaan. Ik definieer semantische verwarring als:
Men denkt dat men de ander begrijpt, echter men heeft de ander verkeerd begrepen.

Casus 1: gescheiden vrouw

Een vrouw is in maart gescheiden.  Het gaat zo te zien om een zogenaamde vechtscheiding: de man is toegang tot de woning ontzegd door de rechter. Inmiddels staat het huurcontract van de woning op naam van de vrouw. Ook gas, water en licht staan op naam van de vrouw. De vrouw vraagt een huurtoeslag aan. De huurtoeslag wordt de vrouw ontzegd op basis van de hoogte van het inkomen van dit huishouden. Het inkomen van de man wordt blijkbaar meegerekend tot het huishouden van de vrouw. De Gemeentelijke Basisadministratie wordt blijkbaar gebruikt om te bepalen wie er tot het huishouden behoort. Ten onrechte in dit geval want de man woont waarschijnlijk niet meer bij de vrouw. 

De vrouw heeft gepoogd haar huurtoeslag aan te vragen:
  1. op Toeslagen.nl
  2. via de Belastingtelefoon. Belastingtelefoon heeft haar doorverbonden met de backoffice
  3. aan de balie van een Belastingdienstkantoor
Geen van deze wegen leidden tot resultaat. En nog erger, geen van deze wegen stelden de vrouw in staat om bezwaar te maken tegen dit besluit.

Casus 2: Uit-huis-zetting

Een persoon wordt uit huis gezet vanwege achterstallige betalingen van de huur. De persoon geeft zijn nieuwe woonadres niet door aan de gemeente. De nieuwe huurder vraagt een huurtoeslag aan. De huurtoeslag wordt afgewezen omdat er op dat adres reeds een huurder staat geregistreerd die ook een huurtoeslag ontvangt. De persoon wordt verwezen naar de gemeente. Eerst moet de gemeente goed registreren, dan pas kan er een huurtoeslag aangevraagd worden. Ten onrechte. De vrouw kan aannemelijk maken dat zij de enige is die op dat adres woont.

Casus 3: Omzet

Een persoon wil een onderneming starten. De persoon laat zich in het Handelsregister registreren. Vanuit haar enthousiasme geeft ze een aanzienlijk bedrag op als om de geschatte omzet wordt gevraagd. De Belastingdienst stuurt huur een voorlopige aanslag op basis van deze geschatte omzet.

Casus 4: Woonadres

Een medewerker bij de Kamer van Koophandel wil alle woonadressen van natuurlijke personen in het Handelsregister gelijk maken met de woonadressen in de GBA. Het woonadres van het Handelsregister dient echter om terug te kunnen vorderen, eventueel door beslaglegging. De GBA baseert het woonadres op basis van het aantal overnachtingen. Een persoon moet zich inschrijven waar deze persoon het meeste overnacht. Het woonadres in het Handelsregister dient om aan te geven waar het bezit van deze persoon staat: onroerend goed, inboedel, vervoersmiddelen, etc. Zo zou een persoon die voor zijn werk een pied á terre huurt in de buurt van zijn werk, kunnen inschrijven bij de GBA op het adres van zijn pied á terre. Echter, waarschijnlijk is dit niet het adres waar het bezit van deze persoon zich bevindt. Ook is dat woonadres waarschijnlijk niet het hoofdverblijf voor de Inkomstenbelasting. 

Casus 5: Parkeervergunning

Mensen die wonen in de binnenstad, hebben vaak moeite om hun auto te parkeren. Deze mensen kunnen een parkeervergunning aanvragen zodat ze hun vervoersmiddel kunnen parkeren op speciaal daarvoor bestemde parkeerplaatsen. Het duurt lang voordat een parkeervergunning wordt toegekend. Er wordt echter uitzondering gemaakt voor ondernemers. Ondernemers in de binnenstad komen al redelijk snel in aanmerking voor een parkeervergunning. Als gevolg hiervan registreren bewoners zich in het Handelsregister. Niet omdat zij een onderneming gaan drijven maar omdat ze een parkeervergunning wensen.

Casus 6: Geboortedatum

Een man is immigrant uit Turkije. In Turkije is van deze man geen geboortedatum geregistreerd. Bij immigratie wordt aan het loket van de gemeente het geboortejaar van deze man geschat. De gemeente registreert 00 als dag van de geboorte, 00 als maand van de geboorte en het geschatte geboortejaar. De man beschouwt zichzelf als ingeburgerd Nederlander en eist daarom een echte geboortedatum, net zoals andere Nederlanders. De man procedeert tot aan de Raad van State toe. De man wordt echter in het ongelijk gesteld. Bij de Belastingdienst echter, wordt deze geboortedatum direct na ontvangst uit de GBA omgezet in een fictieve geboortedatum zoals bijv. 01-07-1948. Belastingdienst moet dit doen om te kunnen bepalen wanneer iemand ouder dan 18 jaar is en wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Daar komt bij dat in Turkije niet de datum wordt geregistreerd waarop de persoon op de wereld komt maar de datum waarop de persoon wordt aangegeven aan het loket van de burgerlijke stand. Zo kan het gebeuren dat een persoon een geboortedatum heeft die 6 weken ligt na zijn werkelijke geboortedatum omdat de persoon werd geboren in een bergdorpje dat ingesneeuwd was.

Casus 7: Overlijden

Een echtpaar gaat op vakantie naar Algerije. Helaas komt de man te overlijden tijdens de vakantie. De vrouw wil haar man begraven in Nederland. De vrouw krijgt de officiële papieren omtrent het overlijden van de man, niet snel genoeg in orde. De vrouw besluit om toch alvast terug te vliegen met het lichaam mede omdat het lichaam niet lang goed blijft bij de temperatuur in Algerije. Na de begrafenis meldt de vrouw zich aan het loket van de gemeente om daar het overlijden van haar man te laten registreren. Zonder succes echter, de gemeente weigert het overlijden te registreren zonder officiële verklaringen omtrent het overlijden. Ook de pogingen van de Nederlandse ambassade in Algerije hebben niet kunnen leiden tot officiële verklaringen. De man heeft nog twee jaar doorgeleefd in de GBA en is toen ambtshalve overleden. 

Casus 8: briefadres

Een man in Eindhoven is dementerend maar woont nog wel zelfstandig. De zoon van deze man merkt dat de post deze man regelmatig door de war maakt. De zoon vraagt daarom een briefadres aan voor deze man. Toeslagen besluit om de Huurtoeslag van deze man te stoppen omdat er geen woonadres bekend is. De man bemerkt de daling in zijn inkomen en gaat daarom minder eten...

Casus 9: woonadres

Een jongeman gaat studeren en huurt tijdelijk een kamer in onderhuur van een andere student die voor zijn studie tijdelijk naar Amerika gaat. De  student die naar Amerika gaat, geeft bij de GBA echter niet op dat hij vertrokken is. De onderhuurder wil zich inschrijven bij de gemeente. De gemeente weigert omdat er reeds 10 mensen geregistreerd staan op dat adres. In de woning mogen geen 11 mensen wonen in verband met de brandveiligheid. Gevolg: de onderhuurder krijgt geen beurs voor uit-huis-wonende studenten.

Casus 10: hoofdverblijf 

Veel mensen wonen in een recreatiewoning. Deze mensen wonen keurig 3 maanden per jaar elders, zoals de ruimtelijke ordening dat voorschrijft. Veel gemeenten echter, staan mensen niet toe om zich in te schrijven op het adres van hun recreatiewoning. Immers, als mensen wonen op het adres van een recreatiewoning, dan moeten bouwbesluiten van toepassing worden op deze adressen en de voorzieningen (riolering, afval ophalen, etc.) moeten voldoen. Ook moeten de hulpdiensten binnen bepaalde tijd verschijnen op adressen waar mensen wonen. Vanwege deze consequenties zijn er gemeenten die mensen niet in laten schrijven op het adres van een recreatiewoning. Voor de inkomstenbelasting echter, mag wel degelijk de recreatiewoning worden beschouwd als hoofdverblijf. Zo lang het sociaal-economische leven van iemand zich afspeelt op dat adres, dan mag die woning worden beschouwd als hoofdverblijf. De rente voor de hypotheek en leningen voor verbouwingen van die recreatiewoning, zijn daarom aftrekbaar.

Zie ook de casus Guus Hiddink waar er verschillend werd geoordeeld tussen de GBA en de uitvoering Wet op de Inkomstenbelasting over het woonadres van Guus.

Casus 11: Kinderen

De gemeente registreert een kind-ouder relatie als:
  • het kind geboren wordt uit de moeder
  • de partner van de moeder het kind erkent als zijn of haar kind
  • het kind wordt geadopteerd.
De Inkomstenbelasting beschouwt pleegkinderen echter ook als kinderen.

Casus 12: Scheiding

Veel Belastingwetgeving schrijft voor dat de burgerlijke staat wordt bepaald door wat in de de GBA staat geregistreerd. Echter, na emigratie worden gegevens in de GBA opgeschort. Als er een scheiding plaatsvindt in het buitenland dan wordt deze vaak niet geregistreerd in de GBA, immers de gegevens zijn opgeschort in de GBA. Voor Belastingdienst echter (Toeslagen, fiscaal partnerschap, etc.), kan de burgerlijke staat relevant zijn in de uitvoering. Belastingdienst wijzigt de burgerlijke staat dan zelfstandig, zonder dat de nieuwe burgerlijke staat wordt geregistreerd in de GBA.

Casus 13: Waterschapsbelasting

De waterschappen gebruiken onder andere informatie uit de WOZ, het Kadaster en de GBA om te oordelen hoeveel personen er tot het huishouden behoren van een bepaald onroerend goed. Sommige mensen bellen echter op om te vertellen dat hun ouders weliswaar op hetzelfde kavel wonen maar niet tot het huishouden behoren. Geen probleem voor het waterschap: het kavel wordt gesplitst en er worden nu 2 aanslagen in plaats van 1 aanslag opgelegd. (zie 'dubbele bewoning' in "slim heffen eindconcept.pdf")

maandag 25 november 2013

Over 'verplicht gebruik' (25 november 2013)

Om het te kunnen hebben over 'verplicht gebruik' binnen het Stelsel van Basisregistraties', moet eerst beantwoord worden: wanneer zijn twee gegevenstypen hetzelfde? Immers, we kennen
  • homoniemen: twee mensen hebben over hetzelfde maar ze bedoelen wat anders. Bijv. woonadres in de GBA is bedoeld om het verblijf vast te stellen. Woonadres in het Handelsregister is bedoeld om beslag te kunnen leggen.
  • synoniemen: twee mensen hebben het over iets anders maar ze bedoelen hetzelfde. Bijv. woonadres in de GBA komt vaak overeen met hoofdverblijf in de Inkomstenbelasting
Met dit schrijven wil ik voorstellen dat twee gegevenstypen hetzelfde zijn als de verwachting is dat de set gegevens van die gegevenstypen grotendeels hetzelfde zullen zijn.

Het lijkt me NIET verstandig om hier nog verdere indicatie aan te koppelen Je zou bijv. een percentage kunnen opnemen waarin de gegevens hetzelfde moeten zijn en een betrouwbaarheidsinterval dat dit percentage ook klopt. Dat zou de bedoeling uit ‘verplicht gebruik’ halen en de focus teveel op het meten leggen. Ik stel voor dat we een paar keer oefenen met het vaststellen van wanneer twee gegevenstypen hetzelfde zijn.
  1. Omdat de sets grotendeels hetzelfde zijn, zullen er dus ook gegevens zitten in A die volgens B niet tot het gegevenstype behoren en vice versa.
  2. Ook zal A gegevens bevatten die volgens B fout zijn. En ook dit geldt andersom.
De organisatie van het Stelsel van Basisregistraties moet ingericht zijn op 1 en 2. Verplicht gebruik houdt dus niet in dat gegevens van A en B volledig overeenkomen. (Dit is ook continu mijn pijnpunt geweest)

Wanneer ontstaat er nu verplicht gebruik? Verplicht gebruik ontstaat in 3 gevallen:
  1. Je weet zelf niet wat het gegeven is maar de authentieke registratie wel. Altijd als jij het niet weet moet je het gegeven aan de basisregistratie vragen. Je mag het niet meer aan de burger of de ondernemer vragen. Behalve natuurlijk als er overmacht is.
  2. Je weet dat jouw gegeven fout is. Je moet dan het gegeven gebruiken van de basisregistratie. Je mag het niet aan de burger of ondernemer vragen. Ook hier, dit mag wel als er overmacht is.
  3. Je weet zelf het juiste gegeven. Je hebt met de invoering van het Stelsel de plicht gekregen om te controleren of de basisregistratie ook dat gegeven hanteert. Indien de basisregistratie niet het juiste gegeven hanteert, ben je verplicht om dat te melden.Dit mechanisme creëert het hoge kwaliteitsniveau van gegevens dat we gaan bereiken met het Stelsel.
Tenslotte blijft het allerbelangrijkste punt: je kunt een basisregistratie niet verantwoordelijk maken voor de gegevens die jij gebruikt. In de wet staat altijd de mate waarin je verplicht bent het gegeven uit een andere registratie te gebruiken. De wetten die ik ken, staan altijd toe om af te wijken. Bijvoorbeeld, je mag alleen huurtoeslag aanvragen voor je GBA-woonadres. Echter, laatst was er een dementerende man die een briefadres had bij zijn zoon. De man woonde echter elders. Op basis van een verklaring van de woningbouwvereniging, besloot Toeslagen om deze man toch op het woningbouwvereniging-adres een huurtoeslag te verlenen. De praktijk dwingt soms tot afwijkingen. Bijvoorbeeld bij Inkomstenbelasting en heel veel andere belastingwetgeving gebruiken wij de burgerlijke staat uit de GBA. Echter, de GBA schort deze gegevens op als mensen vertrekken naar het buitenland. Indien het relevant is  voor onze uitvoering, veranderen wij de burgerlijke staat zelf. Hiermee handelen we in principe niet volgens de wet maar wel volgens de bedoeling van die wet.

Ik zou graag willen dat we met elkaar afspreken dat de uitvoerende organisatie zich zelf een oordeel vormt over het te hanteren gegeven als één van de belanghebbenden aangeeft moeite te hebben met het hanteren van dit gegeven  voor die uitvoering. Een uitvoerende registratie mag zich niet verschuilen achter het authentieke gegeven. De uitvoerende organisatie is verantwoordelijk voor zijn eigen uitvoering, inclusief de gegevens waarop hij die uitvoering baseert. Het feit dat een gegeven authentiek is, maakt het gegeven niet automatisch geschikt voor iedere wettelijke taak. Het gaat om waarschijnlijkheid. Vaak is het gegeven wel geschikt. Soms echter niet.

Wel is het zo dat gegevens in met name de basisregistraties zwaarwegend zijn. Een rechter zal geneigd zijn om de basisregistratie te volgen, tenzij er goede aanwijzingen zijn om hier van af te wijken. Een burger zei laatst tegen mij: “Dan ligt de bewijslast dus omgekeerd?” Dat klopt, vanwege de registratie moet een burger aan kunnen tonen dat het anders ligt dan dat de registratie ons zegt. Recente uitspraken laten ons zien dat rechters geneigd zijn om de gegevens in registraties over te nemen als de feiten.

Vanwege de mogelijke verschillen in gegevens, moeten we ook iets regelen rondom terugmelden:
  • gaan we gegevens terugmelden waarvan we weten dat de authentieke registratie ze niet zal overnemen?
  • kun je zien dat een gegeven al eens een keer is teruggemeld, inclusief wat die terugmelding inhield, zodat je niet nog een keer dezelfde terugmelding gaat doen? Hier wordt dus voor een bepaalde casus een ander gegeven gehanteerd dan wat staat  vermeld in de basisregistratie.
  • mag je een gegeven dat in onderzoek staat, nog wel hanteren? of ben je verplicht om andere informatie in te winnen als een gegeven in onderzoek staat?
  • je moet altijd een proces ingeregeld hebben dat iets doet als gegevens niet  langer in onderzoek staan maar na het onderzoek hun oorspronkelijke waarde hebben behouden. Dit vraagt om weer een standpunt aan de kant van de afnemer
  • als je een ander gegeven hanteert maar de basisregistratie gaat inmiddels hetzelfde gegeven hanteren, dien je je eigen gegeven te verwijderen en terug over te gaan op het gegeven van de basisregistratie
  • ...

zondag 8 september 2013

Muren die alles doorlaten (8 september 2013)

Je kunt dingen grofweg op twee manieren organiseren:
  • samen willen: een ieder weet wat er bereikt moet worden 
  • regels: een ieder handelt omdat er een afspraak is die zegt wat er gedaan of juist niet gedaan moet worden 
Ik verbaas mij vaak over het volgende: bijna dagelijks doorkruis ik de gehele stationshal van Utrecht. De stationshal is groot en er lopen veel mensen van veel punten naar veel punten. Het valt mij op dat dit goed lukt als ik vooral voor ogen houd waar ik naar toe wil en tegelijkertijd iedere tegenligger in de ogen kijk. Het gaat vooral niet goed als ik erover nadenk: "Ik kan beter links, beter rechts, beter harder of zachter, iets opzij, even inhouden". Met dat denken wordt mijn tocht niet effectiever en veroorzaak ik onrust voor mijn mede-kruistochtgangers. Hoewel ik nog steeds niet begrijp wat 'willen' nu precies is, valt mij wel op dat je met willen een heel eind komt en regels vaak belemmerend werken. Ik hoop dat deze les ook gegeven wordt aan wetgevingsjuristen. Voor een optimaal effect moet alleen dat geregeld worden wat mensen niet vanzelf willen.

Zo ook met het Stelsel van Basisregistraties. De uitgangspunten van het Stelsel zijn "Verplicht gebruik" en "Verplicht terugmelden". Ik vermoed dat de bedenkers hiervan vooral aanhanger waren van "organiseren door middel van regels".

Hoe anders is het zojuist verschenen NORA dossier 'Ketens de baas' Hier worden geen nieuwe manieren van modelleren, standaardiseren of afdwingen voorgesteld. In tegendeel. Het hele rapport behandelt principes als:
  • wat je samen wilt is bepalend voor de keten. Een keten moet bestuurd worden vanuit wat je samen wilt
  • verticale organisatie kan verstorend werken op het resultaat van de keten
  • 'soft skills' zijn essentieel voor degenen die de keten opzetten en onderhouden
Nergens staat er iets over verplicht gebruik afdwingen. Wonderlijk want dat is wel het normale patroon dat we tot nu toe gezien hebben. Wat is hier gebeurd?

En nu de vraag van 'een persoon die nog niet heeft aangegeven dat ze op deze publieke blog vermeld mag worden': "Ben jij er op deze manier ook uit met je vraag over "interoperabiliteit met respect voor context".?"

Wat een goede vraag waardoor ik eindelijk tot veel meer inzichten gekomen ben:  Met Linked Data kun je muren maken die het samenspel vormen tussen "samen willen" en "de regel beslist".

(in een notedop) Interoperabiliteit met respect voor context maak je door:
  1. Stel het gegeven van iemand anders gelijk aan een gegeven dat nodig is voor de eigen uitvoering
  2. Vergeet echter nooit dat het gegeven van iemand anders wordt gebruikt. Dit gegeven kan anders zijn dan het gegeven dat nodig is voor de uitvoering
  3. Gebruik een ander gegeven als de uitvoering dat vereist
  4. Terugmelden: als samengewerkt wordt met de gegevensbron, meld dan aan de gegevensbron dat voor de uitvoering een ander gegeven nodig was
  5. Als de gegevensbron inmiddels hetzelfde gegeven is gaan gebruiken, verwijder het eigen gegeven en gebruik voortaan weer het gegeven uit de gegevensbron (dat goed onderhouden wordt)

Je hebt hiervoor Linked Data nodig om:
  1. het gegeven dat nodig is voor de eigen uitvoering te onderscheiden (middels de URI) van het gegeven uit een gegevensbron
  2. een Linkset die het mogelijk maakt om een gegeven uit een gegevensbron gelijk te stellen met een gegeven dat nodig is voor de eigen uitvoering
Lieke Verhelst heeft dit voor de Belastingdienst bedacht. 

Hiermee is er een muur gebouwd die alles doorlaat: eigen gegevens worden niet de gegevens uit de gegevensbron maar er wordt wel maximaal samengewerkt. Deze muren worden gebouwd omdat men samen wil werken aan één enkele gegevensbron voor gegevens van burgers en ondernemingen.

zondag 25 augustus 2013

De structuur van RDF (25 augustus 2013)

Dit bericht schrijf ik vanwege het onvoldoende presteren van RDF-stores (AllegroGraph in mijn geval). Het was te voorspellen: als je data gaat opslaan waarbij je het systeem nauwelijks iets vertelt over de structuur van de data, dan moet het systeem ongelooflijk veel rekenen als je de structuur pas creëert tijdens het opvragen van de data. AllegroGraph presteert fantastisch maar als je in een query een uitgebreide structuur opbouwt die meerdere keren de gehele database doorloopt, dan krijgt zelfs AllegroGraph problemen. Het schijnt dat Virtuoso 7 veel van die problemen heeft opgelost maar dat heb ik nog niet kunnen vaststellen.

Het probleem komt volgens mij ook de door de manier waarop we RDF maken van relationele tabellen. Op dit moment doen we dat als volgt:
  • de tabel bepaalt het type instanties (rdf:type) in de tabel
  • iedere rij in de tabel heeft een id (URI). Deze URI is een verwijzing naar een concrete instantie. Deze URI vormt de subject van een triple.
  • iedere kolom heeft zelf ook een id (URI). Deze URI verwijst naar een concept, meestal een eigenschap van de instantie. Deze URI vormt de predicate van triples. 
  • de cellen, die niet het id vormen van de instantie, bevatten óf de waarde van die instantie voor die eigenschap óf een verwijzing (URI) naar een andere instantie. Zo'n cel vormt de object van een triple.
Deze manier van omvormen van relationele tabellen naar RDF is lekker eenvoudig en daardoor overzichtelijk. Maar is ze juist? Moeten we willen dat van iedere cel een aparte triple wordt gemaakt? Wat is de requirement die dat verlangt?

Een alternatief (dat me werd aangereikt door Richard Nagelmaeker) is om van de gehele rij één triple te maken. Het object van deze triple is een code-waarde-lijst. De codes in de code-waarde-lijst zijn URI's die verwijzen naar de concepten, meestal eigenschappen van de instanties. De waarden in de code-waarde-lijst zijn strings als het gaat om data of URI's als het gaat om verwijzingen naar instanties waarvan de data in andere tabellen staan.

De rationale voor deze benadering is dat je óf geïnteresseerd bent in de instanties óf dat je geïnteresseerd bent in de concepten. Het komt niet vaak voor dat je in één opvraging informatie (data) over zowel de concepten als over de instanties ophaalt. Raadpleegt de opvraging meerdere tabellen, dan moeten er één of meer tussenstappen gemaakt worden die van de relaties tussen instanties een aparte (tijdelijke) code-waarde lijst maakt ten einde eenvoudig van iedere instantie een bijbehorende instantie te kunnen opvragen.

dinsdag 29 januari 2013

Linked Open Data indeling (29 januari 2013)

Volgens mij is het nodig om het eens te zijn over het volgende plaatje:

  • We hebben het over een web: een intranet, extranet of internet (computers die met elkaar communiceren middels het REST-protocol)
  • Op dat web staan onder andere informatiebronnen die zijn bedoeld om te lezen
  • Een gedeelte van die bronnen (bedoeld om te lezen) is gecodeerd als RDF:
    • Pagina's met RDFa in de HTML code
    • Triples met een gedeelte tussen dubbele quotes zoals beschrijvingen, namen, waarden, etc.
  • RDF wordt ook gepubliceerd op dat web
  • Een triple bestaat uit drie delen. Een deel kan een URI zijn of data tussen dubbele quotes
  • Een URI kan
    • wijzen naar iets op het web (een pagina, een rdf-endpoint, een wiki).  De URI is dan een URL. Het criterium voor een URL is dat de URL 'resolved'. Dwz als je deze URL in je browser zet, dan krijg je geen foutmelding. (nog een reden om tegen de 303 oplossing te zijn)
    • wijzen naar een ding in de buitenwereld dus niet op het web. De dingen in de buitenwereld die worden aangewezen zijn weer onder te verdelen in
      • dingen die bestaan buiten mensen (inclusief mensen zelf)
      • kennis over dingen. Kennis bestaat uit een onderscheid dat gemaakt wordt en het gedrag dat is gekoppeld aan dat onderscheid. Een bekend voorbeeld van kennis is de Class. (maar ook rules, logica, etc.)