Gegevens hergebruiken (artikel, boek, ...) (6 feb 2010)

1. Het doel van gegevens

• Met elkaar aanwijzen van hetzelfde
• Elkaar vertellen wat is
• Elkaar vertellen wat kan
  

2. De invloed van context op betekenis

• Tijd
• Plaats
• Intentie
  

3. De invloed van intentie op betekenis

• liegen met permissie <-- financial engineering
• waarheid verwarren met bruikbaarheid <-- impliciete kennis
  

4. Waarheid versus bruikbaarheid (Rule-based versus Principle-based)

• vaststellen versus kunnen, waarheid versus resultaat
• De realiteit is oneindig complex en genuanceerd: Prototypicallity, aboutness
• uitvoering is nooit hetzelfde, er moet altijd aangepast worden, black swan, wendbaarheid

5. Meten van gegevenskwaliteit

1. Als het doel is 'Aanwijzen'
• aantal dubbele
2. Als het doel is 'Waarheid'
• aantal foute, bijv. verouderd of het gegeven zelf is veranderd (niet-authentiek)
• aantal ontbrekende gevallen
3. Als het doel is 'Bruikbaarheid', meten door middel van een bruikbaarheidstest (doelgroep, taak)
• aantal waarbij het resultaat fout is of onvoldoende
• hoeveelheid tijd en andere resources benodigd voor de uitvoering
• hoeveelheid plezier of frustratie tijdens de uitvoering
• aantal ontbrekende gevallen
  

6. De mix

1. De set gegevens streeft naar het delen van één waarheid als:
• subjectiviteit uitgesloten moet worden
• complexiteit teruggebracht moet worden voor degene die het gegeven vaststelt
  
• het belang groot is waardoor men de individuele beoordeling tot een minimum wil terugbrengen
• de frequentie hoog is, iedere keer de bruikbaarheid opnieuw beoordelen, is niet nodig
• de schade van beoordelingen die niet de bedoeling zijn, is aanvaardbaar (evenredigheidsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel)
  
2. De set gegevens streeft naar het delen van bruikbaarheid als: 
• de omgeving snel verandert
• de omgeving divers is / als men rekening wil kunnen houden met uitzonderingen
• er deskundigheid is bij degene die het gegeven vaststelt
• degene die de gegevens vaststelt, oprecht, eerlijk en te vertrouwen is

Ter Hoeven:
• middenweg 1: vooral veel principes maar met goed toezicht;
• middenweg 2: een krachtig allesoverheersend principe waardoor gedetailleerde regels niet nodig zijn;
• middenweg 3: gedetailleerde regels maar met ruim gebruik van derogatiemogelijkheden;
• middenweg 4: consistente op doelstellingen gerichte regels zonder afkapgrenzen.