zaterdag 9 januari 2010

Nogmaals: de ijsberg metafoor (9 jan 2010)




  • De manier waarop de overheid nu met haar gegevenshuishouding omgaat, is het onderste plaatje:
    • Een instantie voert een taak uit
    • Uitgangspunt voor de uitvoering is de realiteit
    • Aan de hand van de definities uit wet- en regelgeving, wordt over de realiteit vastgesteld wat de feiten zijn
    • Aan deze feiten koppelt de wet ook een bepaalde uitvoering
  • Echter (het bovenste plaatje), wat hierin niet is meegenomen dat wij, als samenleving, niet alleen afspraken met elkaar maken maar ook continu met elkaar delen wat we met elkaar willen. We bespreken met elkaar waar het naar toe moet en we evalueren met elkaar de resultaten en effecten die wet- en regelgeving heeft.
  • Dat doen we niet alleen als samenleving maar dat doen we overal waar samengewerkt wordt.
  • Doordat we niet alleen werken met regels maar ook wat we met elkaar willen, zien we dat gegevens zich niet laten beschrijven door alleen gebruik te maken van definities:
    • Gegevens hebben een afwijking afhankelijk van wat voor degene die de gegevens verstrekt, meer belonend werkt
    • Gegevens bevatten impliciete informatie die niet begrepen wordt door diegenen die geen onderdeel uitmaken van de samenwerking. Deze informatie 'zie' je pas door te denken vanuit de bedoeling.
    • De realiteit bevat altijd gevallen waar de definities geen rekening mee hadden gehouden. Deze gevallen worden beoordeeld vanuit wat de bedoeling is (met elkaar willen, de intentie).
  • Als we gegevens gaan uitwisselen tussen samennwerkingsverbanden (instanties) dan levert dat een probleem op het gebied van elkaar begrijpen: de fout in de gegevens en een gedeelte van de betekenis van de gegevens, wordt niet begrepen door de ontvangende partij
  • In mijn onderzoek richt ik me op diegenen voor wie de betekenis van gegevens van belang is: de betekenis die wordt toegekend aan de gegevens bepaalt wat deze persoon doet of beslist. Ik denk nu aan:
    •  Het Aspect Gegevens dat voor de uitvoering van de Bdienst gebruik wil maken van gegevens buiten de Bdienst. Bij het Aspect Gegevens werken Procesontwerpers, Procesarchitecten en Regiearchitecten die een ontwerp maken hoe gegevens die elders zijn gecreëerd, ingezet kunnen worden voor de uitvoering van de Bdienst
    • Mensen bij Toezicht die de betekenis van gegevens gebruiken als:
      • men een vraag vertaald in een meting waarbij de meting zelf niet door Toezicht zelf wordt uitgevoerd
      • een meting door anderen die door Toezicht wordt geïnterpreteerd in een risico
    • Mensen bij de Regiokantoren die een aangifte beoordelen of een bezwaar behandelen waarbij gegevens van buiten de Bdienst zijn gebruikt.
    • Mensen die zich richten op het harmoniseren van begrippen,  meestal begrippen uit de wet- en regelgeving.
  • Ik wil een vergelijking maken tussen diegenen die alleen werken met definities en diegenen die behalve definities ook werken met intenties voor het toekennen van betekenis aan gegevens
  • Ik wil middels die vergelijking zien of er verschil is:
    • in effectiviteit: wie laat de beste resultaten zien?
    • in efficiëntie: wie kost de organisatie weinig (tijd en andere resources)?
    • in plezier of frustratie: wat vinden mensen fijner werken?

  • Een feit wordt vastgesteld op basis van regels (wetten, definities)
  • Dit vaststellen van een feit gebeurt omdat we een bepaalde uitvoering willen
  • Dus in dat vaststellen zit al een bepaalde intentie. We weten waarom we een bepaald feit willen vaststellen. We onderzoeken welke uitvoering in een bepaalde situatie moet plaatsvinden. We zijn op zoek naar het 'als'-gedeelte van onze als-dan regels.
  • Hoewel een feit objectief lijkt, kan ze niet los gezien worden van de reden waarom (de intentie) waarmee het feit is vastgesteld. Er was reeds een vraag voordat het feit werd vastgesteld: "Moet ik dit doen of moet ik juist dat doen?"
  • Voorbeeld: ik zie een bepaalde geldstroom van persoon x naar persoon y gaan en ik wil vaststellen of het hier om loon gaat.
    • Waarom?
      • Ik wil geen toeslag verstrekken aan iemand met grote draagkracht
      • ik wil geen extra beurs geven als de ouders van student z zelf veel verdienen
      • Ik wil belasting heffen over die geldstroom
      • ik wil weten of persoon y geen neveninkomsten heeft
    • Dus allemaal verschillende doelen (<-- nog even uitwerken) die ook mede bepalen wat je vindt dat loon is en wat niet. Een gegeven is geen op zichzelf staand iets. Een gegeven is informatie over de buitenwereld om iets te kunnen doen.
  • En ook die uitvoering heeft een bepaalde intentie: bepaalde zaken willen we bereiken, bepaalde zaken willen we voorkomen. Er is waardering of juist afkeur.
  • Om vernoemde redenen willen we zo weinig mogelijk intentie gebruiken, zowel bij het vaststellen van het feit als bij het beslissen welke uitvoering gevolgd moet worden.
  • Mijn onderzoek gaat erover om daar 
    • waar besloten wordt om gegevens uit andere contexten te hergebruiken 
    • daar waar vragen worden vertaald in metingen
    • om te kijken hoe we met zowel definities als intenties zorgen voor een goed resultaat
  • Een goed resultaat is als 
    • de bedoeling van de vraag wordt beantwoord
    • het hergebruik van het gegeven tenminste weer dezelfde kwaliteit van de uitvoering met zich meebrengt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten